De WBSO-regeling is een fiscale stimuleringsregeling voor innovatie, in de vorm van een vermindering van de afdracht loonheffing/premie volksverzekeringen. De afdrachtvermindering wordt berekend over de kosten voor Speur & Ontwikkelingswerk (hierna: S&O), zijnde loonkosten en aan eigen S&O gerelateerde kosten en uitgaven. Nederlandse belastingplichtigen (niet zijnde publieke kennisinstellingen) komen in aanmerking voor deze regeling wanneer personeel dat op de loonlijst staat S&O uitvoert binnen de grenzen van de EU.
De hoogte van uw financiële voordeel wordt berekend over de S&O-kosten. Dit is een verzamelnaam voor S&O-loonkosten, overige S&O-kosten en S&O-uitgaven.
S&O-loonkosten
Indien uw onderneming in 2014 geen S&O-verklaring heeft ontvangen, dan wordt het S&O-uurtarief voor uw onderneming voor 2016 vastgesteld op € 29,-. Indien uw onderneming in 2014 wel een S&O-verklaring heeft ontvangen, dan wordt uw S&O-uurtarief een ongewogen gemiddelde van het uurloon van uw S&O-medewerkers uit 2014, afgerond op € 1,- naar boven. Het S&O-uurtarief vermenigvuldigd met het aantal S&O-uren geeft de S&O-loonkosten.
Overige S&O-kosten en S&O-uitgaven
De hoogte van de overige S&O-kosten en S&O-uitgaven kan op twee manieren worden berekend:Berekening financiële voordeel
De berekening van het financiële voordeel gaat volgens een ‘twee schijvensysteem’. Over de eerste
€ 350.000,- aan S&O-kosten op jaarbasis geldt een afdrachtvermindering van 32%, over het meerdere een afdrachtvermindering van 16%. Het financiële voordeel kunt u verrekenen met de Belastingdienst in de aangiftes loonheffing.
De regeling kent ook een startersfaciliteit. Wanneer een aanvrager wordt aangemerkt als starter kan in 2016 een afdrachtvermindering van 40% over de eerste schijf worden toegepast. Een S&O-inhoudingsplichtige die in één of meer van de voorgaande vijf kalenderjaren niet inhoudingsplichtig is geweest, komt maximaal drie kalenderjaren in aanmerking voor de startersfaciliteit.
Ik wil op de hoogte worden gehouden
Aanvragen kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend, voor een periode van minimaal 3 en maximaal 12 maanden vooruit. Een aanvraagperiode mag een kalenderjaar niet overschrijden. Tussen het moment van aanvragen en de start van de aanvraagperiode (altijd de eerste dag van een kalendermaand) moet een gehele kalendermaand zitten. Per kalenderjaar mogen maximaal 3 aanvragen worden ingediend.